Slovenië

SLOVENIË 2023

Gisterochtend voor dag en dauw was club Gerrit, vier man sterk, onderweg naar Schiphol. Om 9.00 uur waren we al in het hostel in Ljubljana's autonome kunsternaarshol Metakova vol kleurige murals en duistere types, helaas zonder fietsen.

In de ochtend tussen de wandelingen in de oude stad door waren Nico en Leon hard bezig contact te zoeken met Transavia, de luchthaven en bagage-afhandelaars. Vooralsnog, 30 uur later, zonder succes. We hebben morgen nog een hele dag hier voor een stukje inrijden als ze er zijn, de fietsen. Anders is de stad aangenaam genoeg om nog een dag door te brengen. Het oude centrum is ondanks de grote hoeveelheid toeristen heel relaxed, nagenoeg autovrij. Aan weerszijden van de Sawa, oude kleurige huizen en veel terrassen. Er zijn veel bruggen, de drukste in drieën en een ander met de voor de stad symbolische draken. Er is een mooi barokplein met oud roze kerk en een verstopte sproeier die de verraste wandelaars verkoelt. Over de brug leidt een oude straat langs de kathedraal. De terrasjes zijn hier druk maar het ruikt naar een goede keuken, wat het in de avond ook blijkt te zijn. Wel duur en wat langzaam.

In onze kamer, een oude cel in de voormalige gevangenis, moeten we via een ladder praktisch tot aan het plafond om ons bed te bereiken, maar er is wel airco.

Vanochtend bereikten we via trappen de hoge burcht waar je in de stad naar opkijkt. Er was ook een wijngaard en een botanische tuin. Via een soort jaagpad langs de rivier liepen we terug. Het is weer mooi weer. Niet te warm, 26 graden, en af en toe is de zon weg en druppelt het wat.

We krijgen net bericht dat de fietsen vandaag nog worden gebracht. Het is een relaxed begin van de vakantie.


Nieuwe alinea

En toen waren de fietsen er opeens. Twee ervan in zwaar beschadigde dozen. In de mijne zat een flink gat aan de onderkant en van de vele spullen die ik er naast mijn fiets had ingegooid bleek er maar 1 fietsschoen te zijn verdwenen, een cadeautje van mijn oudste zoon. De fiets was snel in elkaar gezet en bleek onbeschadigd.

Op twee kilometer van ons hostel was er een enorme Giant shop met een.keur aan fietsschoenen en ik kocht mooie grijze met flitsende sluiting en harde zolen. Ook Leon die sinds 2002 geen nieuwe had aangeschaft en zijn gebroken zolen had gelijmd vond de rijd rijp en kocht zwarte met oranje veters.

De fietsen en de dozen veilig en droog in de schuur, vonden we in de stad geen lange wachttijden dit keer op zeer smakelijke maar dure fancy gerechten maar Jambalaya en Taco's bij de Mexicaan die hier niet zoals in Amsterdam uitgestorven is. Spaanstalige muziek wordt hier vreemd genoeg overal gedraaid in cafés en restaurants, zelfs buiten aan de terrasjes. Alleen de accordeonist op het plein voor de drie bruggen speelt Sloveens en Lili Marleen.

Vanochtend na het ontbijtbuffet met onbeperkt cappuccino gingen we op pad voor een bagageloze ronde langs twee mooie oude stadjes, Kamnik en Kranj (spreek uit Kraan). We reden de stad uit over fietspaden die hier overvloedig aanwezig zijn. Soms moet je opeens een weg over en lang wachten voor een stoplicht waar iedereen wacht ook.al komt er niets, maar dit land is fietsvriendelijker dan veel.West-Europese landen.

in Kamnik.dronken we koffie en lieten ons door de alweer zeer vriendelijke en relaxte dame van de bediening verleiden tot eigengemaakte croissants met eigengemaakte abrikozenjam in café Veronika. Gravin Veronika, kasteelvrouw op een van de drie kastelen.in dit kleine maar pittoreske stadje was minder gastvrouw dan de uitbaatster van het café. Zij gaf geen gehoor aan een smeekbede van een reiziger in lang vervlogen tijden en moest.dat bekopen met een slangenstaart in.de plaats van haar benen en zij verzonk in de kasteeltuin waar men haar soms nog kan horen weeklagen.

Na enkele pittige klimmetjes en een lange afdaling over een fijne asfaltweg door een bos merkten we dat het zachtjes begon te regenen maar als de temperatuur zo'n 25 graden is, is dat niet erg. Kranj is met zijn 40.000 inwoners de vierde stad van het land en heeft een prachtig plein vol.kleurrijke barokke huizen. Net voor het serieus begon te regenen bereikten we na 77 relaxte kilometers ons fijne hostel waar we nu van een concert genieten van een Chinese violist.

 


Vandaag een echte fietsdag met verassingen, maar 68 km lang, maar door een heavy klim en de verassingen toch zwaar genoeg.

We volgden eerst de rode fietsbordjes naar Skofja Loka, onze koffiestop op km 23. Die was niet gepland maar op aanraden van Tom de Nederlandse barman uit het hostel aangeraden als het mooiste stadje van Slovenië. Dat klopte.

Het was er druk met allerlei fietsers, wielrenners, mountainbikers; hele gezinnen op de fiets. Bij de cappuccino met croissant speelde een swingende accordeonist een atypisch jazzy repertoire. De zon scheen en het leven was mooi.

Het echte fietsen begon voor ons 14 km later toe we van de weg afdraaiden en een beekje volgden omhoog. Toen ook dat beekje verlaten werd liep de weg steil omhoog, overal meer dan 10 procent en in de paar dorpjes zelfs meer dan 15. Na 4 km ploeteren bereikten we op 860 meter de top en mijn hartslaghorloge gaf 187 als maximum. Ik heb de neiging om even af te stappen met succes genegeerd. De afdaling meanderde mooi omlaag en was minder zwaar dan onze klim.

Voor de lunchstop in het al weer mooie stadje Radovljica kregen we nog twee verrassingen. Eerst leidde een keiige en soms modderige single track in enkele kilometers naar een spectaculaire hangbrug over de onder ons kolkende rivier de Sava en vlak voor het stadje bleken we onze fietsen een steile trap op te moeten sjouwen.

Hier in Bled hebben we twee grote kamers in een Villa met balkon en bedden om uit te kiezen. We hadden nog energie voor een klim naar het kasteel hoog boven het betoverende meer en werden beloond met een magistraal uitzicht op het eilandje met de kerk terwijl de lucht weer helemaal was open gebroken en een gouden zon op de groene heuvels rond het meer scheen.


Toen we al rond twaalf uur op de lunchplek waren binnen komen fietsen, had niemand kunnen bevroeden dat dit een gedenkwaardige club Gerrit etappe zou worden.

Het weerbericht was niet groots maar op een paar druppels na in het opwarmparkoers met een paar felle klimmetjes, na de rondrit langs het meer, was er zelfs af en toe zon in het eerste deel van de rit. Het ging door het bos langs een beek en opeens met 18% omhoog maar dat duurde 100 meter. Daarna bereikten we het D2 fietspad, praktisch vlak over een voormalige spoorlijn, dat we zelfs voorbij de lunchplek in Gransjka Gora tot in Italië konden volgen.

We waren nog maar net in Italië, 6 km voorbij de lunchplek, toen het zachtjes begon te regenen. Dat zachtjes ging er snel vanaf en kwam de hele dag niet meer terug. Dar regenen bleef.

Na twee uur in een stationsrestauratie in een opvallend modern station in Tarvisio te hebben doorgebracht met het bekijken van diverse buienradars en weersverwachtingen die allemaal iets anders zeiden, besloten we weer te gaan rijden. We moesten nog 31 km waaronder de Predel pas van 1160 meter. In het lastste dorp voordat de klim echt begon schuilden we - het was alleen maar harder gaan regenen - en dronken thee bij een oude dikke Italiaanse barman.

Het is opvallend hoe ouderwets Italië is als je het vergelijkt met het jonge, moderne en goed geregelde Slovenië. In alle horecagelegenheden staan jonge meiden die perfect Engels spreken, de bussen zien eruit of ze gisteren zijn opgeleverd, alle brommertjes zijn elektrisch en ik heb nog nergens zulke futuristische postkarretjes gezien.

Enfin, we besloten het er op te wagen en de inmiddels laatste 22 km te gaan rijden in de gestaag door vallende regen. Na een paar honderd meter werd het neer bulderende regen en het leek wel avond - het was inmiddels tegen 6 uur. Even konden we droog rijden in een gelukkig verlichte tunnel. De tunnel uitrijden, de opnieuw in kracht toegenomen stortbui in, was ellendig. Omhoog rijden betekende tegen de stroom van het omlaag vallende water in. Na 5 km wachtte ik onder een afdakje op de col en grens op de in de verte zich langzaam in de regen aftekenende rode tassen en regenjack van Frans. We zouden in groepjes van twee aan de afdaling beginnen.

De eerste kilometers waren steil en voorzichtig voor zover mogelijk. Met de achterrem ingeknepen reden we met de stroom mee naar beneden. Af en toe flitsen we langs watervallen die naast ons bulderende bruin naar beneden stortten en bliksemflitsen lichtten op tegen de zwarte lucht. Gelukkig bleven de auto's achter ons tot het passeren veilig was.

Alles onder onze regenkleding was inmiddels doorweekt toen we opeens stil stonden voor een stoplicht. De weg liep opeens weer een stukje omhoog en het asfalt was weggeschraapt voor een nieuwe laag. Tussen de keien en het grint vormden zich snelstromende beekjes; een stukje mountainbiken, daar hadden we echt zin in.

Toen het asfalt weer terug was konden we de laatste kilometers hard rijden vals plat omlaag tot in Bovec. Na wat zoeken vonden we - ook Nico en Leon waren aangesloten - onze hostel, de dorstige rivier.



Voor wat betreft de foto's van het meest gedenkwaardige stuk van de etappe en waarschijnlijk de trip: van de meest legendarische momenten zijn nooit foto's omdat iedereen op dat soort momenten alle energie in het fietsen moest stoppen.


Nu het weer waar we gisteren doorheen zijn gefietst, over een bergpas nota bene, op het Nos journaal is geweest, vooral omdat er twee Nederlandse doden te betreuren waren, is de rit van gisteren in een ander perspectief komen te staan.

Ik schijn de term 'gekkenwerk' tegen Frans te hebben gebruikt, bibberend onder een afdakje op de Predel pas (1160 m) op de grens tussen Italië en Slovenië, vlak voordat we de afdaling in doken en dat was het natuurlijk ook, zeker als je na afloop ziet dat er bruggen zijn verwoest, kleuterscholen zijn ontruimd met bootjes en er dus twee Nederlanders in de bergen door bliksem om het leven zijn gekomen.

Wel een soort gekkenwerk waar je later verhalen over vertelt van heroïsche etappes die altijd worden onthouden. Onverantwoord maar wel een avontuur, zei Nico volkomen terecht.

Vanochtend nadat we om 10 uur toch maar waren vertrokken, reden we na 8 km echter weer in zo'n plensbui waar geen einde aan lijkt te komen en met nog 90 km voor de boeg en al doorweekte voeten is dat alleen nog maar akelig en vervelend. Je geniet niet van het spectaculaire landschap dat voor een groot gedeelte aan het oog wordt onttrokken en verlangt alleen maar naar een droge en warme plek, een eind aan deze kwelling.

Wat zou dit een mooie rit zijn geweest. Nu waren we blij met een bus waar de fietsen mee mee mochten naar een plaats 20 km verderop. Even was het daar in Tolmin droog en de lucht leek ook te breken. Toen we een half uur later niet op de fiets maar in een busje zaten en de regen op de ruiten en de kolkende stroom naast de weg kletterde, wisten we dat we de juiste beslissing hadden genomen.

Ook nu in de Italiaanse kustplaats Trieste valt het met bakken uit de hemel terwijl we eindelijk neerzijgen in het 5e restaurant en het eerste met plaats. De bewoners lijken nauwelijks te beseffen dat de zomer voorbij is en lopen massaal als Britten in t-shirts. In een stad is de regen echter minder triest dan in een dorp of erger nog daarbuiten. Je hebt er bijvoorbeeld - zeker in Italië - geweldige restaurants.

We zitten in een appartement niet ver van het centrum waarvan we de deur met een app konden openen en de fietsen in de lift mee konden nemen naar de 7e verdieping. Er is in de badkamer douchegel en shampoo en handsoap, ook de bedden en matrassen zijn veel beter dan in de hostels waar we tot nu toe hebben geslapen.

Toch kan de luxe van appartementen niet op tegen jeugdige reizigerssfeer van de hostels. Je beweegt je tussen jonge mensen, hebt er huiskamers en keukens om te delen en er is leven. In Ljubljana moest je in je bed klimmen via een ladder maar was er een concert van een Chinese violist en gisteren in Bovec werd de tent - toepasselijk thirsty river genaamd gerund door meiden die in de huiskamer met comfortabele bank burgers kwamen serveren.

Morgen gaan we proberen om tussen de buien door naar Piran te fietsen, de plek van de rustdag. Het is maar 40 km en langs de kust. Misschien moeten we schuilen in Koper en of Isola, de andere twee oude stadjes aan de korte Sloveense kust.

Maandag schijnt de zomer hier terug te keren. We kijken er naar uit.

 


Het kan verkeren.

Een kleine update na de rampendagen in het Noorden van Slovenië: de regen viel ook in Trieste nog in de nacht en de vroege morgen maar toen we vertrokken rond 11.00 uur voor een easy ride naar Piran aan het uiterste zuidwestpuntje van Slovenië, was het droog.

We reden via een vrij fietspad dat over een oude spoorbaan is aangelegd, compleet met tunneltjes weer Slovenië binnen en in de lucht waren weer blauwe plekken te zien. In Koper, in het Italiaans Capodistria, de havenstad van Slovenië, met een mooi oud centrum en een gezellige haven waar we koffie dronken, scheen af en toe de zon.

Toen we langs het pad vlak langs de Adriatische kust reden was de lucht in de verte nog zwart maar scheen de zon op de turquoise zee en de felgekleurde wachtende schepen.

In Isola, een kleine badplaats met alweer oude huizen en een Veneziaans kerkje aten we pizza aan de jachthaven en gingen de jongens alweer in de schaduw zitten eten.

We zijn net terug van een zoele zomeravondconcert in het café om de hoek. Terug in ons ongelooflijk mooie vierkamerappartement met uitzicht op de oude haven van Piran. Morgen rustdag en dan fietsen in de zon die nooit meer ophoudt met schijnen


De rustdag in het mooie Piran was lekker relaxed, ook door het fantastische appartement aan de haven, waar van der Poel in de late middag wereldkampioen werd. Het is een overzichtelijk stadje met een strandboulevard langs de zuid- en westgrens en een hoge muur aan de noordgrens met een wandelpad waar je in de verte Isola ziet liggen en de schepen die wachten tot ze de haven van Koper in mogen.

Aan de strandboulevard liggen badgasten aan de zeekant op grote stenen en af en toe is er een betonnen strandje met trappetje tot in zee. Aan de andere kant terrasjes van vooral Pizzeria's. Tussen de hooggelegen kerk en de boulevard ligt een wirwar aan steegjes met mooi gekleurde oude huizen met roodgepande daken en ook veel restaurantjes, in de straatjes of op de pleintjes er tussen. Er is 1 groot plein met statige gebouwen en standbeelden, grenzend aan het haventje waar wij op uitkijken.

Op de avond voor de rustdag was er live muziek op een pleintje vlak naast ons appartement waar we meezingen met No Woman No Cry als laatste nummer.

Een rustdag is leuk maar dan weer op de fiets te kunnen vertrekken is minstens zo mooi, vooral als de zon overdadig schijnt in de morgen. We waren na een goed ontbijt en uitgebreid pompen en oliën wel laat weg. De eerste flinke klim met twee steile stukken kwam er al na 5 km en bracht ons naar een weg waar we in de diepte Piran zagen liggen.

Toen we de kust achter ons lieten reden we niet ver van de Kroatische grens op ons eerste gravel weggetje langs een rivier die woest veel water vervoerde alsof het winter was of vroeg in het voorjaar. Opeens moesten we stoppen. Een uitgebreide familie - donkere mannen met snorren, vrouwen met hoofddoek en kinderen met droevige ogen- zat langs het pad aan het water en er waren een aantal agenten bij met honden. Het voelde ongemakkelijk toen ze aan de kant werden gedirigeerd om ons er langs te laten. De Europese vluchtelingenproblematiek wordt zo akelig aanraakbaar.

Onze eerste en tweede keus voor de koffiestop waren dicht dus zwoegden we alleen met water omhoog, eerst heel steil over smalle asfaltwegen en het tweede deel - na het dorp Podpec waar alleen woonhuizen zijn, over een grindweg door de bossen maar veel minder steil. Bij km 55 bereikten we toch nog een restaurant dat open was en waar we enorme hoeveelheden vlees kregen maar de koffie erna heel lang duurde, zodat we pas na 16.00 uur aan de laatste 42 km konden beginnen. Er was ook een grote weegschaal en we wegen 90, 82, 76 en 73 kilo, ruim meer dan Pogacar.

De lucht was opeens weer erg dreigend, vooral die waar we naar toe reden, al bleef de zon in het zuidwesten achter ons heel lang schijnen. Nu liep de klim naar het hoogste punt (710m) over een pad met los grint en de afdaling was zelfs lastiger. Ook verderop waren er gravelpaden en modderige bospaadjes. Het laatste deel ging over boomwortels en steil omlaag over glibberige klei door het bos. Een mountainbike parkoers, tot aan de laatste stop, het indrukwekkende Predjama kasteel, in de hoge rotsen verscholen, waar we koffie met taart konden eten voor de laatste 6 kilometer. We voelden voor het eerst vandaag wat druppels maar de gouden avondzon bescheen de groene heuvels. Een krachtige dubbele regenboog met zelfs het violet mooi te zien, maakte het plaatje af.

Rond 20.uur bereikten we het mooie B&B, een oud huis in een klein dorp, maar nieuw gerenoveerd, waar 6 bedden klaarstonden op de grote eerste verdieping. Nu is het over half twaalf en slapen de jongens om me heen. Morgen de langste etappe met de meeste hoogtemeters.


Een koninginnerit heeft altijd een moment dat de fietser het gevoel krijgt dat het niet gaat lukken om het te halen maar dat er ook geen alternatief is, zoals omkeren of ander vervoer bedenken, dus ga je maar door, totbin de eeuwigheid.

Bij ons kwam dat deze keer aan het begin van de tweede klim, die naar de Bohinsjko Pas van 1300 meter. Zodra de smalle asfaltweg van de beek weg draaide ging het met meer dan 20 procent omhoog en even later in het dorp werd het nog steiler zodat we moesten kapituleren en duwen. 7km, de lengte van de klim, met 2,7 km/u duurt haast 3 uur rekende ik onbewust uit. Je weet natuurlijk beter als het gemiddelde 9 procent is, maar het leek even hopeloos.

De dag was rustig begonnen met een copieus ontbijt van Mitja, de onvolprezen gastheer van Nona B&B en een gemakkelijke eerste 50 km, om te beginnen door een wolk die nog niet was weggewerkt door de zon die weer overvloedig scheen zonder de temperatuur naar zomerse waarden op te stuwen. Even probeerde een merkwaardige wandelaar met enorme baard ons te weerhouden een weg in te slaan omdat hij 20 km verderop was afgesloten door de overstromingen maar dat advies legden we gelukkig naast ons neer. Verderop bleek er soms op het wegdek veel aarde te liggen en takken maar men was er al in geslaagd volledige blokkades weg te werken.

We hadden vlak voor de twee forse.klimmen van de dag een restaurant uitgekozen maar dat bleek dicht. De eigenaar vroeg desalniettemin wat we wilden en even later diende zijn vrouw spaghetti Bolognese op en halve liters Lasko 0.0.

Dat was maar goed ook want de klims in de etappe van 110 km bleken fors. De eerste van 13 km was even heel steil en daarna onregelmatig. Soms ging het even omlaag en dan weer onverbiddelijk steil omhoog. Het was 'een col met twee tieten' zoals een clublid opmerkte na een blik op het hoogteprofiel van de dag.

De club splitste zich voor dit gedeelte op in twee groepjes van twee zodat niemand onderweg lang hoefde te wachten en toch gezelschap had.

Pas na de tweede klim.zouden we op elkaar wachten.

Die tweede begon dus rampzalig maar bleek daarna goed te doen. Na de helse paadjes bereikten we de provinciale weg naar de Pas en konden we meewarig besmuikt lachen om.het bord van 10 procent dat er langs de weg stond.

Het derde stuk van de etappe was wondermooi. Eerst bleek de weg in de afdaling in prima staat en liepen de bochten heel mooi en vervolgens kwamen we op het mooiste van een van 's lands vele vrije fietspaden, langs een klaterende beek. Tenslotte voerde een weg langs het meer van Bohinj ons naar de uitnodiging aan het meer in een zeer ruim appartement. Af en toe zijn we spullen kwijt vanwege al die ruimte en gebrek aan aanwijzingen om je spullen achter je kunt op te ruimen, zoals we dat thuis gewend zijn.

De rustdag is niet de zon- en zwembad geworden die we hadden gedacht. Het is maar af en toe dat de zon tevoorschijn komt en net 20 graden. Maar de rust is weldadig en na de boodschappen in het dorp aan de andere kant van het meer is ook de koelkast gevuld.

De helft van de club bleek zelfs nog in staat tot een wandeling van 4 km langs het pad aan de noordkant van het meer dat in de oorspronkelijke plannen het begin van de laatste etappe zou zijn geweest. Buiten het feit dat je er niet mag fietsen, zou dat een worsteling met fiets en bagage van minstens anderhalf uur geweest zijn. We zagen tijdens de wandeling een vader de fietsen van het hele gezin over een drooggevallen bedding vol stenen sjouwen.

Vanavond weer naar het enige restaurant van ons dorp dat voortreffelijk wordt gerund door alweer jonge vrouwen waar het land hier op lijkt te drijven en dan morgen de laatste etappe.


 


Nieuwe alinea

Share by: