Montenegro 2022

Nieuwe alinea

Nieuwe alinea

Montenegro 2022

MONTENEGRO 2022

De reis was verrassend voorspoedig. We stonden een uur in de rij en direct binnen op Schiphol en in Wenen wachtten alle aansluitende vluchten op de passagiers. We konden via een automaat ook direct door de douane.

Podgorica heet afgekort als luchthaven TGD naar zijn oude Joegoslavische naam Titograd en onder aan de trap van het vliegtuig stonden we buiten. Het was 36 graden en de zon brandde. Het voelde even als de eerste keer dat ik op Curacao het vliegtuig uitkwam.

Binnen kochten we simkaarts voor twee weken met 500 GB data voor 10 euro, hier het wettig betaalmiddel. Hoewel de twee taxi's die we uiteindelijk hadden geregeld een ripdeal was van 30 euro pp, brachten ze ons wel via bochtige weggetjes naar het wondermooie Skadarmeer in het kleine dorpje Karuc, waar onze appartementen zijn en moeten we natuurlijk gewoon niet zeuren.

Er is bier en cola en een wondermooi uitzicht en de fietsen zitten al weer in elkaar. We kunnen eten in een van de restaurantjes aan het meer en morgen vertrekken we naar zee waar het met 32 graden iets koeler gaat zijn.

MONTENEGO 2022

We bleven iets te lang zitten bij het ontbijt van de norse Albanees waar we de avond ervoor forel hadden gegeten met enorme rode en zeer smaakvolle tomaten die we bij het ontbijt weer kregen. Nico probeerde nog iets van jam maar de man maakte duidelijk dat dat een ongepaste vraag was en keek dreigend. Hij zag eruit alsof hij al verschillende moorden had gepleegd, dus Nico drong niet verder aan.

Om 9.00 uur reden we weg en het was al tegen de 30 graden. De 3a, hooguit 3 meter breed en gelukkig erg rustig, is direct opgenomen in de top 10 van club Gerrit weggetjes, nooit te steil klimmend en van redelijk asfalt, maar vooral met geweldige vergezichten over de rivier en de groene beregen van deze wondermooie streek. We kwamen langs een droomterras met uitzicht in de spreekwoordelijke middle of nowhere, waar behalve Turkse koffie ook Nescafe werd geserveerd en uit de speakers muziek van Baobab Orchestra klonk. Zo'n plek kun je niet voorbijrijden.

Na een tweede koffiestop in Virpazar aan het echte Skadarmeer, niet de uitlopers die we tot nu toe zagen, wisten we dat het echte klimmen nu begon en het was al over 12 uur en de temperatuur was opgelopen tot 38 graden. Het plan was om te lunchen in Mali Ostros, een dorp met 4 restaurants en 111 inwoners, waarvan 110 Albanezen. Het dorp lijkt me alleen al de moeite van het bezoeken waard vanwege die ene niet Albanees, een gestrande ontdekkingsreiziger, een kansloze asielzoeker?

We hebben het dorp echter nooit bereikt. In de 38 graden moesten we van meerniveau naar haast 500 meter hoger. Op de top was Frans er snel maar we moesten bellen met Nico en Leon die op 360 meter aan het bijkomen waren van de inspanningen. We besloten de etappe af te breken omdat we Ulcinj niet voor de avond meer zouden halen in deze bloedhitte. We reden terug tot een restaurant langs de weg en aten onze forellen in alle rust en de wetenschap dat we alleen nog naar het meer en Virpazar terug hoefden te rijden.

Terug zag de lucht er opeens dreigend uit terwijl het in de nog brandende zon voelde alsof we afdaalden in een brandend huis. En toen ging het ook nog een stukje omhoog, terwijl de eerste druppels vielen uit de nu zwarte lucht, gelardeerd met bliksemflltsen.

Nu eten we op een ruim terras in Virpazar, gerookte karper en kalfsmedaillons, nu al forelmoe.

We zaten gisterenavond nog wat muziek te luisteren bij de haven van Virpazar, als hangouderen, maar konden nergens om 7 uur ontbijt regelen. De stad ging pas om 8 uur open.

Maar in de vroege ochtend ging alles goed. Leon ging naar de supermarkt, Frans haalde broodjes bij een hotel en we aten in het keukentje van ons appartement en waren om 7.45 vertrokken.

We konden snel van de drukke hoofdweg af maar werden bij de eerste boerderij door alle honden aangevallen. De grootste viel in de sloot maar ging extra fanatiek door toen hij eruit kwam. Na honderden meters gaven ze het op en de weg was weer rustig. Hij begon steeds steiler en onregelmatige te klimmen - vooral toen hij de grote weg passeerde precies waar die in een tunnel verdween, maar de vergezichten werden steeds mooier.

Na een snelle afdaling met veel wind kwamen we op de weg naar Budva. Het was druk op de weg en inmiddels al weer warm, hoewel de zon werd getemperd door veel meer wind dan gisteren. In Budva reden de auto's in file en wij probeerden er aan de binnenkant langs te komen. Gelukkig was de boulevard autovrij.

De ommuurde Veneziaanae Stari Grad ( oude stad) is klein en wordt omzoomd door drukke stranden en flatgebouwen. In de oude stad zijn de steegjes vol toeristen en winkeltjes speciaal voor hen gemaakt, maar op de pleintjes staan indrukwekkende oude kerken en huizen en het zicht op zee is prachtig.

De fietsenwinkel bleek pas om 5 uur open te gaan dus mijn zadel en Nico's velglint moeten wachten tot morgen in Kotor.

Nico voelde zich niet goed na het drinken van een bidon met bruistablet. Hij kreeg niets naar binnen en twijfelde om verder te fietsen. We moesten van zee over een col van 900 meter en zagen dat massief gevaarlijk vertikaal opdoemen en de weg vanaf ons lunchterras omhoog kronkelen.

Hij besloot het toch te proberen en op het heetst van de dag reden we op de drukke weg omhoog in natuurlijke tweetallen, Frans en ik voorop en Nico en Leon er achter. We kwamen elkaar nog een keer tegen Na 5 km klimmen (en nog 10 te gaan) op het terras van een tankstation met de curieuze naam EKO, waar ijsjes werden gegeten en veel werd gedronken, water en Cola

De laatste 10 km en de rest van de trip was eenvoudig en Frans en ik arriveerden om half 6 in de weelderige appeltuin van ons gasthuis in de voormalige hoofdstad van het land, met enorme voormalige ambassades in wonderlijke stijlen en veel musea en parken maar met maar 20.000 inwoners.

De wandelboulevard met Lindes aan beide zijden was gezellig druk, tot in de avond en het leven speelt zich hier zeer gemoedelijk op straat af. Een bijzonder stadje met wen aangename atmosfeer.

Leon en Nico die heel blij was dat hij de etappe had uitgereden waren een uur later binnengekomen en de avond was aangenaam en gezellig.

 

 

Toen ik 6 was kreeg ik voor mijn verjaardag een Bosatlas, mijn eerste. Niet uit opvoedkundige motieven, ik had er zelf om gevraagd.

Ik las niks anders meer en reisde door de kaarten, nog uitneembaar in de versie van 1964.

Op de dubbelpaginakaart van Zuidoost Europa was een apart klein plekje uitgespaard voor een vergroting van de baai van Kotor. Ik heb dat nooit goed begrepen waarom dit stukje Montenegro zo'n prominente plaats kreeg van meneer Bos, tot ik vandaag uit het nationaal park Locvenc kwam rijden en ik de baai zag liggen vanaf 1300 meter hoogte. Het is de mooiste plek op aarde. Meneer Bos moet het geweten hebben. Als bewijs zal ik er wat foto's bijdoen, hoewel foto's nauwelijks recht doen aan wat je ziet als je daar staat.

Inmiddels eten we lunch aan een van die armen van de baai in Tivat en pakken zo de ferry en rijden de baai rond naar Dobrota. Waar we een rustdag gaan vieren.

De rustdag in Dobrota hebben we optimaal benut. We hebben een fietsenmaker bezocht waar Nico een nieuw velglint kon kopen en ik een nieuw zadel, zodat mijn ontvelde achterwerk eindelijk kan herstellen. We hebben op ons privéstrand gezeten, gelegen en in de prachtige baai gezwommen en om vier uur zijn we naar Kotor gelopen, de ommuurde Venetiaanse stad die de baai haar naam heeft gegeven.

Het was een relaxte wandeling langs talloze strandjes, die vaak meer piertjes zijn of kiezelhoopjes waar hele families zich vermaken aan en in het water. Het toerisme in Dobrota lijkt heel lokaal, de meeste auto's komen uit Mne, gevolgd door Srb (Servie). De smalle weg naar de stad wordt gedeeld door auto's, motoren, fietsen en vooral slenterende voetgangers zoals wij en dat gaat zonde stress. De Montenegrijnen zijn tegelijk heel vriendelijk en wat nors en nemen het leven zoals het komt. Ze zijn eeuwenlang door allerlei grotere volkeren gedomineerd en veroverd maar nooit voor heel lang en hebben hun eigenheid kunnen behouden.

In Kotor lopen veel toeristen door de steegjes en over de pleintjes omzoomd door romaanse kerken en Venetiaanse paleizen, veelal mooi gerestaureerd maar gelukkig ook niet allemaal. Over de stadsmuren slenterend zie je ook de rommelige stukjes, een ruïne zelfs van een orthodoxe kerk en wat groen, overhangende druivenranken en wasgoed. Een middelbare propper met een talenknobbel spreekt Nederlands, al noemt hij ons dames en geeft ons het kaartje van zijn restaurant op een mooi plekje. Als we er zitten blijkt hij ook Deens te spreken tegen voorbij slenterende Denen.

We eten niet alleen goed, een half blok verder repeteert de plaatselijke harmonie met vooral veel jonge mensen, wat de atmosfeer zeer ten goede komt.

Ook de drie km terug lopen we langs het water in de zwoele avond. De sfeer is 100 procent Mediterraan en dat is ook de temperatuur, die in de nacht ruim boven de 25 graden blijft.

Na het ontbijt vertrekken we richting een nieuwe uitgang van de baai omhoog maar minder extreem dan de weg die we afgedaald hiernaar toe.

Vanuit Risan, 12 km verder aan de baai, begint de weg te klimmen tussen 5 en 7 procent, mooi gelijkmatig. Komoot belooft een onverhard stuk van 5 km maar dat blijkt voor een onverharde weg bijzonder goed geasfalteerd. De weg is stil, de auto's gaan over de nieuwe weg met veel tunnels verderop, de vergezichten zijn prachtig.

De onbezoldigde fietsenmaker Leon heeft mijn derailleur weer goed afgesteld zodat ik alle tandblaadjes kan gebruiken. Ik rijd met mijn 26 voor voornamelijk op de 19 en de 21 achter, soms even op de 23 en heel even op de 25. De 28 blijft schoon en gemiddeld rijd ik tussen de 11 en 12 km per uur. Ik snap de besparing van 1 blad voor niet helemaal. Nico rijd ermee op zijn prachtige rode Specialized carbonfiets, een 32 en heeft dan achter 12 blaadjes van 10 tot 50. Dan maak je als je even bij of terug wil schakelen enorme sprongen en het gewicht dat je bespaart krijg je met zo'n 50-blad achter weer keihard terug.

Eenmaal boven rijden we niet meer door het pijnbomenlandschap van de kust maar door het stenige land van de zwarte bergen met lage loofbomen, vooral eiken en lindes. We komen door Grahovo, waar volgens de grootvader in het boek dat ik lees - het land achter Gods rug - in 1858 4000 Montenegrijnen gehakt hebben gemaakt van 60.000 Turken. Volgens Sava - - die grootvader - is het voor Montenegrijnen beter om niet te kunnen rekenen. Ze zijn gedoemd het op te nemen tegen volkeren die altijd groter in aantal zijn en moeten het met een geweer opnemen tegen kanonnen.

We hebben hier in de streek rond Niksic het hartland van Montenegro bereikt.

 

Eten en drinken is hier belangrijk en goed en goedkoop zoals alles goedkoop is. Je leeft hier met 1000 euro in de mand als God, zegt Milosh, onze zeer energieke jonge host hieraan het zwarte meer. We verblijven in een van zijn appartementen in het geelomrande huis op foto 7, 10 minuten lopen van dat Zwarte meer waar je ons ziet eten op het eerste filmpje. We kregen een reuzen zalmforel met gegrilde groenten in een enorme bak, die de zeer voorkomende Servische ober Gershan met veel genoegen uitserveerde, terwijl hij vol trots foto's van zijn kleine kindjes liet zien.

Gisteren aten we in het leuke authentieke kleine stadje Niksic, nota bene de tweede stad van het land, bij ook.al zo'n grappige ober een familylunch als diner. Het bestond uit meer vlees, minstens 6 soorten gegrild, dan we met zijn allen op konden eten en kostte 12 euro.

Ook drank en sigaretten zijn hier ouderwets goedkoop en helaas zit nagenoeg iedereen hier op terrassen ook ouderwets ongegeneerd te roken. Dat er ook altijd mannen om 8 uur in de ochtend aan het bier zitten, heb ik zelf verder geen last van. Volgens Milosh heeft het te maken met de armoedeval na de tijd dat ieders leven nog door de staat werd bepaald en het feit dat veel ouderen niet wisten hoe ze met hun verworven vrijheid moesten omgaan, zoals ik ook al had gezien in de mooie documentaire ' de tranen van Tito' .

We zijn nu echt in de bergen beland en zitten hier in het nationale park Durmitor op 1400 meter. Het is iets koeler dan op de vlakte, maar het was toen we hier vanmiddag binnen reden toch nog ruim boven de 30 graden. In Podgorica is het echter morgen 43 graden en dan wordt fietsen wel erg moeilijk. De 86 kilometer van vandaag met ruim 1900 hoogtemeters was als het 10 graden koeler was geweest best gemakkelijk geweest maar nu kwamen we behoorlijk uitgewrongen aan. Na elke slok water uit je bidon wil je al weer een nieuwe omdat de lucht zo ontzettend droog is.

 

Goed dat wij de 'rustdag' hebben doorgebracht in het gehucht Ivan Do met een paar chalets en een echte camping en het grote gebouw waar sportman en ADHD-er Milosh zijn appartementen verhuurt. Rustdag is een term die gisteren eigenlijk alleen opging voor Nico die een tocht als deze voor het eerst doet. Met zijn drieën vertrokken we vroeg na een supersportmanontbijt van Milosh, dat bestond uit havermout, melk, bevroren fruit en toegevoegde Epo en andere sportmanproducten, voor de Durmitor-ring van 85 km. In de vroege ochtend reden we de zuidelijke route in een stenenbezaaide gras- en berglandschap langzaam maar zeker stijgend naar de 1900 meter en een magistraal uitzicht rondom. Er liepen paarden en grote kuddes schapen. Verderop, na de tweede col van 1900 meter, waren er ook boerderijtjes in kleine clustertjes waar boeren en boerinnen in het veld met handmaaiertjes of zelfs zeisen het bloemrijke gras aan het maaien waren. Het gemaaide gras werd verzameld in aanhangertjes en met oude personenauto's naar de stallen gebracht. In de vroege middag daalden we naar 1200 meter en daar ging het steil omhoog langs een smalle maar bij toerende auto's ook populaire weg tussen hoge dennenbomen, die in ieder geval voor veel schaduw zorgden en na flink ploeteren in de inmiddels weer warme middag gingen we voor de derde maal door de 1900 metergrens. De kloof van de rivier die duizend meter lager stroomt was indrukwekkend De afdaling was ook smal en gevaarlijk maar tussen half 4 en half 5 waren we allemaal terug.

De obers bij het restaurant aan het prachtige Crna jezero (zwarte meer) waren blij ons weer te zien. De tweemansband speelde ongeveer dezelfde songs als de avond ervoor en het eten was weer erg goed en de atmosfeer in de afkoelende avond ook. Dit was het dichtstbijzijnde gevoel van de prettige vakantieroutine dat op een fietsvakantie mogelijk is.

Voor de 29-jarige Milosh waren we een bron van inspiratie, vertelde hij en we kregen zijn superontbijt nog een keer en gratis.

Na dagen van onafgebroken zonneschijn en hoge temperaturen is het geheel volgens de verwachting die we al een aantal dagen geleden hadden vernomen flink gaan onweren en regenen in de bergen tussen Zabljak en Kolasin.

Omdat we het al wisten hebben we besloten niet in een kamp in de bergen te overnachten waarvoor we eerst kilomters onverhard moesten klimmen maar de snelle, overigens prachtige weg te volgen langs de Tara die een diepe kloof in het bosrijke landschap heeft gesneden en te slapen in een appartement in het kleine maar gezellige centrum van Kolasin. Dat ziet er beter uit dan Zabljak dat een sfeerloos skidorp is.

Vanochtend hebben we als compensatie onverharde wegen gereden met veel stenen totdat we daalden over de provinciale weg naar de machtige brug hoog boven de Tara.

Die ochtend scheen de zo weer alsof hij nooit was weggeweest en we maakten ons op voor de laatste en langste etappe. Een heel groot gedeelte ervan ging naar beneden en de wind was een fohn daar en landschap werd steeds Spaanser. In de vlakte van Podgorica was het tegen de veertig graden en we vochten ons over de laatste col tot we het laatste stukje naar beneden konden, naar ons beginpunt,

Share by: